Werkprikkels effectiever dan gedacht


Financiële prikkels die WIA-gerechtigden moeten stimuleren om te werken zijn effectiever dan tot nu toe werd aangenomen. Dit blijkt uit onderzoek dat is gepubliceerd in economievakblad ESB. De bevinding is belangrijk omdat het kabinet op dit moment keuzes moet maken over deze prikkels. De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) pleitte in haar eindrapport nog voor het schrappen ervan.
In de WIA ervaren gedeeltelijk arbeidsongeschikten op papier sterke financiële prikkels om zo veel mogelijk te werken. Het OCTAS-eindrapport beschouwt deze prikkels als complex en weinig effectief, maar volgens de auteurs van het ESB-artikel is deze aanname voorbarig. Zij stellen vast dat de effectiviteit groter is dan uit eerder onderzoek naar voren kwam. Volgens deze eerdere studie (2017) steeg de arbeidsdeelname door de prikkel die uitgaat van (dreigende) overgang naar de vervolguitkering maar met 2,5 procentpunt. Dat zijn op zo’n 100.000 deels arbeidsgeschikten slechts een paar duizend personen. De grote beperking van deze studie was echter dat hij plaatsvond op een tijdstip relatief kort na invoering van de WIA én in een periode van laagconjunctuur.
Werkprikkel blijkt driemaal effectiever
De auteurs van het ESB-artikel onderzochten een beduidend langere periode met een volledige conjunctuurcyclus. Ze brachten ook een aanzienlijk grotere groep in kaart van 500.000 personen die tussen 2006 en 2020 in de WIA instroomden. Hun conclusie is dat de werkprikkel driemaal effectiever is dan uit het eerdere onderzoek van 2017 bleek. Gemiddeld steeg de arbeidsdeelname met 8 procentpunt. Bovendien kunnen de cijfers op individueel niveau nog behoorlijk afwijken. Zo neemt de arbeidsdeelname verder toe naarmate het oude loon van de arbeidsondergeschikte hoger was. Dit wijst erop dat de effectiviteit toeneemt naarmate de financiële prikkel krachtiger uitpakt, al speelt vermoedelijk ook een rol dat werknemers met een hoger loon meer mogelijkheden hebben.
Prikkels krachtiger bij hoogconjunctuur
Werkprikkels zijn ook effectiever naarmate de conjunctuur en arbeidsmarkt gunstiger zijn. Het eerdere onderzoek richtte zich op het tijdvak 2006-2013, een periode met een financiële crisis en hoge werkloosheid. De auteurs van het ESB-artikel richtten zich op het tijdvak 2006-2020, dat ook een langdurige conjuncturele opgang en een overgang naar een krappe arbeidsmarkt omvat. Hierdoor was het mogelijk de effectiviteit van werkprikkels ook in een gunstiger economische situatie te meten. Zo kwam een logisch causaal verband naar voren. Hoe beter de conjunctuur en hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe groter de effectiviteit van werkprikkels. Bij werknemers in het gunstige tijdvak 2018–2020 liep de toename van de arbeidsdeelname op tot 12 procentpunt.
Meer weten?