Arbobalans: kosten van loondoorbetaling bij ziekte fors gestegen


De kosten die werkgevers maken voor loondoorbetaling bij ziekte zijn de laatste jaren fors toegenomen: van € 5,1 tot € 8,3 miljard. De stijging is onder meer te wijten aan een hoger aandeel verzuimers en een langere verzuimduur. Meer dan de helft van de kosten (€ 4,9 miljard) is toe te schrijven aan verzuim door psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Dit blijkt uit de nieuwe Arbobalans van TNO.
Via de Arbobalans rapporteert TNO elke vier jaar over de stand van zaken op het gebied van de arbeidsomstandigheden en de arbozorg. De editie van 2024 gaat over de periode 2015-2023. De toename van de verzuimkosten in deze periode is slechts deels verklaarbaar door de stijging van de lonen en de groei van het aantal werknemers. Een belangrijke rol speelt ook dat verhoudingsgewijs meer werknemers zijn gaan verzuimen. Ging het in 2015 nog om een aandeel van 45%, in 2023 was dit gestegen naar 51% (met een piek van 58% in 2022). Daarnaast is de verzuimduur toegenomen. Het gemiddeld aantal verzuimdagen steeg van 7 in 2015 naar 8,2 in 2023.
Vooral grotere verzuimkans bij ongewenst gedrag
Vooral psychosociale arbeidsbelasting (PSA) lijkt bij deze ontwikkelingen een belangrijke rol te spelen. Meer dan de helft van de verzuimkosten (€ 4,9 miljard) is toe te schrijven aan verzuim door PSA. Werknemers met psychische klachten, overspannenheid en burn-out zitten bij verzuim dan ook het langst thuis: gemiddeld 63 werkdagen. Ook bij een analyse van werkfactoren die de kans op verzuim verhogen springt PSA eruit. Het gaat dan vooral om ongewenst gedrag van leidinggevenden of collega’s en om emotioneel zwaar of stressvol werk in combinatie met weinig ervaren steun van anderen. Hebben werknemers met een van deze factoren te maken, dan is de kans op een als slechter ervaren gezondheid 1,5 keer zo groot als normaal. Ongewenst gedrag van collega’s of leidinggevenden verhoogt ook de kans op verzuim met deze factor.
Mentale gezondheid neemt gemiddeld af
Het mentale aspect lijkt ook in meer algemene zin een grote rol te spelen bij het groeiende aantal werknemers dat een minder goede gezondheid ervaart. Lag hun aandeel in 2015 nog op 17%, in 2023 was dit gestegen naar 21%. In deze periode nam het aandeel werknemers met burn-outklachten toe van 13% naar 19%, terwijl het aandeel dat een chronische aandoening rapporteerde (36%) juist min of meer gelijk bleef. Vooral de sectoren gezondheidszorg (22%), industrie (23%) en onderwijs (21%) kennen een relatief hoog percentage van werknemers die aangeven een verminderde gezondheid te ervaren. Ook de ICT (17%), de zakelijke dienstverlening (19%) en het openbaar bestuur (20%) scoren ongunstig.
Minder fysiek belastend werk, meer beeldschermwerk
Bij mensen die fysiek belastend werk doen treedt net als bij PSA-factoren een verhoogde verzuimkans op, maar volgens de onderzoekers in iets mindere mate. Het rapport signaleert verder dat het percentage mensen dat fysiek belastend werk doet is afgenomen van 43% in 2015 naar 37% in 2023. Bij langdurig beeldschermwerk (6 uur of meer per dag) is vrijwel exact het omgekeerde te zien. Bij werknemers groeide dit van 37% in 2015 naar 44% in 2023.
Meer weten?