Medewerker met functiebeperking ervaart minder inclusiviteit


Werknemers met een functiebeperking ervaren een minder positief inclusiviteitsklimaat dan hun collega’s uit de meerderheidsgroep. Dit blijkt uit de Nederlandse Inclusiviteitsmonitor (NIM) 2019-2024. Veel organisaties hebben de afgelopen jaren actie ondernomen op het gebied van diversiteit en inclusiviteit (D&I). Toch zijn medewerkers die zich op verschillende gronden anders voelen nog altijd minder tevreden dan hun collega’s.
De NIM is een initiatief van wetenschappers en het bedrijfsleven, ontwikkeld en uitgevoerd door de Universiteit Utrecht. De nieuwste benchmark omvat gegevens van 68 organisaties en bijna 37.000 medewerkers. Uit analyse van de resultaten blijkt dat veel organisaties een visie hebben voor hun D&I-beleid, en ook doelstellingen die hierbij passen. Organisaties besteden 45% van hun aandacht aan de visie, 40% aan acties en 36% aan draagvlak. Het thema ‘meten’ komt er in verhouding karig vanaf, dit krijgt maar 14% van de aandacht. Dit levert het risico op dat inspanningen in de praktijk minder effectief zijn dan gedacht.
Medewerkers met beperking springen eruit
Volgens het onderzoek is dit ook precies wat de praktijk laat zien. Er valt nog winst te behalen op het ervaren inclusiviteitsklimaat bij medewerkers die zich anders voelen, de minderheidsgroepen. Zij ervaren een minder positief klimaat dan de rest van de medewerkers, de meerderheidsgroep. Een van de groepen die er in negatieve zin uit springen bestaat uit mensen met een functiebeperking. Zij voelen zich vaak anders, en van deze groep ervaart een opvallend klein deel het inclusiviteitsklimaat als positief. Slechts 50% van de medewerkers met een functiebeperking geeft het klimaat binnen de organisatie deze beoordeling. Dat is niet alleen 9% minder dan de meerderheidsgroep, maar ook 3% minder dan het gemiddelde van alle minderheidsgroepen.
Minder positief bij meer gronden om zich anders te voelen
De gronden waarop mensen zich anders kunnen voelen, lopen zeer uiteen. De meeste mensen in de monitor voelen zich anders dan de meerderheid op basis van persoonlijkheid, etniciteit of religie. Op hoe meer vlakken een medewerker zich anders voelt, hoe minder positief het klimaat wordt ervaren. Deze regel gaat ook op bij mensen met een functiebeperking. Voelt zo’n medewerker zich op meerdere gronden anders, dan wordt het klimaat doorgaans als nóg minder positief ervaren. De onderzoekers adviseren organisaties om te onderzoeken welke werknemers zich anders voelen, zodat zij kunnen volgen hoe deze mensen de inclusiviteit in de praktijk ervaren.
Onderzoeksresultaten zijn van belang voor casemanager
Voor casemanagers kunnen resultaten van inclusiviteitsonderzoek binnen een organisatie een waardevolle bron van informatie zijn. Het is verstandig om bij kennismaking met een organisatie te informeren of zulke gegevens beschikbaar zijn, en of in het onderzoek aandacht is besteed aan werknemers met een functiebeperking. Een lage score bij deze groep kan erop wijzen dat er te weinig wordt gedaan om passend werk voor hen te creëren. Dit duidt op een gebrekkig re-integratiebeleid voor medewerkers die gedurende hun loopbaan met een beperking te maken krijgen. Verricht een organisatie geen inclusiviteitsonderzoek, of is hierin geen aandacht voor werknemers met een functiebeperking, dan kan dat reden zijn om aan te dringen op verbetering. De organisatie kan zo belangrijke informatie ophalen voor aanscherping van het re-integratiebeleid.
Meer weten?