Uitspraak CRvB: UWV mag WIA-voorschot verhalen op ERD WGA


De Centrale Raad van Beroep (CRvB) keurt alsnog goed dat UWV voorschotten op WIA-uitkeringen van na 1 januari 2022 verhaalt op eigenrisicodragers WGA. Deze werkgevers moeten hierdoor balansvoorzieningen voor de kosten van deze voorschotten blijven treffen. De rechtbank meende eerder nog dat er ook na een wetswijziging geen wettelijke grondslag is voor het verhalen van voorschotten. De CRvB leest de wettelijke bepalingen echter anders.
Het verhalen van WIA-voorschotten op eigenrisicodragers is de voorbije jaren meermaals op losse schroeven komen te staan doordat werkgevers voor de rechter betwistten dat UWV hier het recht toe heeft. In een eerste reeks uitspraken trok UWV uiteindelijk bij de CRvB aan het kortste eind. In maart 2023 concludeerde deze hoogste rechter voor de sociale zekerheid dat WIA-voorschotten ten onrechte op een eigenrisicodrager waren verhaald. Deze uitspraak was (en is) van belang voor alle zaken die betrekking hebben op het verhalen van WIA-voorschotten van vóór 1 januari 2022. Over zaken van ná deze datum liep ten tijde van de uitspraak nog een juridische procedure.
Wetswijziging per 1 januari 2022
Het onderscheid is van belang omdat het parlement in reactie op de uitspraak van de CRvB een wetsaanpassing doorvoerde. Dit gebeurde via de Verzamelwet SZW 2022, die werd aangenomen op 14 december 2021. Hierdoor is sinds 1 januari 2022 in artikel 84, lid 3 van de Wet WIA een bepaling opgenomen die tot doel heeft zeker te stellen dat UWV voorschotten op WIA-uitkeringen mag verhalen op eigenrisicodragers WGA. De nieuwe tekst verklaart een bepaling dat UWV een WGA-uitkering op de eigenrisicodrager verhaalt wanneer deze de uitkering niet zelf betaalt, van overeenkomstige toepassing in de situatie dat er een voorschot op de uitkering is betaald.
Discussie over rechtsgeldigheid toerekenen
In de nieuwe juridische procedure betwistte een werkgever dat deze nieuwe bepaling daadwerkelijk een wettelijke grondslag voor verhalen oplevert. Kort samengevat was het achterliggende argument dat het verstrekken van een WIA-voorschot niet kan worden gelijkgesteld met de betaling van een WGA-uitkering. Met de wetswijziging is volgens deze werkgever daarom geen wettelijke grondslag gecreëerd om voorschotten aan een eigenrisicodrager toe te rekenen. En zonder rechtsgeldige toerekening kan er natuurlijk ook geen sprake zijn rechtsgeldig verhalen. De rechtbank volgde deze lezing, waardoor het verhalen van voorschotten opnieuw op losse schroeven kwam te staan. De CRvB oordeelde op 5 september 2024 echter anders.
De ene bevoegdheid impliceert de andere
De CRvB redeneert dat de expliciete vermelding in de wet van de mogelijkheid van verhaal van WIA-voorschotten op eigenrisicodragers automatisch impliceert dat UWV dergelijke voorschotten aan deze werkgevers mag toerekenen. Want, zegt de raad: de toevoeging van de verhaalsbevoegdheid van een voorschot zou zonder betekenis zijn als UWV dat voorschot niet eerst aan de eigenrisicodrager zou mogen toerekenen. De raad wijst hierbij ook op artikel 72 lid 2 van de Wet WIA. Dit artikel regelt dat UWV naar rato van de loonsom moet verhalen als een werknemer meer dan één eigenrisicodragende werkgever heeft. Dit is volgens de CRvB alleen mogelijk door eerst toe te rekenen en dan pas te verhalen. Een andere lezing zou ertoe leiden UWV op grond van artikel 82 lid 1 op elk van de werkgevers de gehele WGA-uitkering zou moeten verhalen.
Meer weten?
Lees de volledige uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2024:1717.